Wanneer men het over (on)gelijkheid van mannen en vrouwen wil hebben, moet men eerst bepalen op welk criterium men mannen en vrouwen wil vergelijken. In de Islam, ligt het ultieme oordeel bij God. Hij is het immers die op Oordeelsdag over alle mensen zal oordelen.




Als er in de Islam een fundamentele ongelijkheid bestaat tussen mannen en vrouwen, moet zich dat vertalen in een bevoordelen van mannen op Oordeelsdag. Daar is echter geen sprake van. De voorwaarden om tot het Paradijs toegelaten te worden, zijn precies dezelfde voor mannen als voor vrouwen. Dit principe wordt gevestigd in verzen als:

"De mannen en vrouwen die zich (aan God) hebben overgegeven, de gelovige mannen en vrouwen, de onderdanige mannen en vrouwen, de geduldig en volhardende mannen en vrouwen, de deemoedige mannen en vrouwen, de mannen en vrouwen die aalmoezen geven, de mannen en vrouwen die vasten, de mannen en vrouwen die hun schaamstreek kuis bewaren, de mannen en vrouwen die God veel gedenken, voor hen heeft God vergeving en een geweldig loon klaargemaakt." (Koran 33:35)

Op dit toch wel essentieel punt, laat de Koran geen enkele ruimte voor interpretatie in het voordeel van de één of de ander: er wordt expliciet vermeld dat "mannen en vrouwen" op exact dezelfde gevolgen kunnen rekenen voor hun daden.

"Maar wie - hetzij man of vrouw - deugdelijke daden doet als gelovige, zij zullen de tuin binnengaan en jullie wordt nog niet zoveel als de holte in een dadelpit onrecht aangedaan." (Koran 4:124)

"Toen verhoorde hun Heer hen: "Ik laat het werk van iemand van jullie die (goed) doet niet verloren gaan, of het nu een man is of een vrouw, jullie horen bij elkaar. ..."" (Koran 3:195)

Hieruit blijkt dat God geen enkel onderscheid maakt tussen de manier waarop hij mannen en vrouwen beoordeelt. Gelijker is niet mogelijk.

En vermits God, de Hoogste Instantie in de Islam, mannen en vrouwen als gelijken behandelt, met welk recht zouden mannen de vrouwen dan als inferieur kunnen beschouwen?








Het is ook belangrijk er de aandacht op te vestigen dat het Arabisch woord voor God (Allah) noch mannelijk, noch vrouwelijk is. De Koran werd in het Arabisch geopenbaard, en bijgevolg is er ook taalkundig in het Islamitisch Godsconcept geen enkel geïmpliceerd voordeel ten gunste van mannen of vrouwen.

Hier wordt de argeloze lezer op een dwaalspoor gebracht.
Terwijl het uitgangspunt van het artikel was of mannen en vrouwen in de maatschappij aan elkaar gelijk zijn “staan mannen boven vrouwen?” wordt hier de aandacht afgeleid naar de verhouding tussen Allah enerzijds en mannen/vrouwen anderzijds. Dit is een klassieker en hetzelfde verhaal zal je in ALLE artikels terugvinden die “bewijzen” dat vrouwen en mannen in de Islam gelijk zijn.

En dan zijn mannen en vrouwen inderdaad gelijk. Zij hebben dezelfde religieuze verplichtingen (in Allah geloven, bidden, vasten, naar Mekka gaan, aalmoezen geven) en zij zullen op hun goede en slechte daden beoordeeld worden door Allah. Dit is natuurlijk niet relevant in een discussie over hetgeen de Islam zegt in verband met de verhouding tussen mannen en vrouwen onderling.

Wanneer een Imam (zonder met zijn ogen te knipperen) zegt dat in de Islam mannen en vrouwen gelijk zijn, dan heeft hij het enkel over hoe de gelovige tegenover Allah staat. En dan is iedereen tevreden met de uitspraak van deze “gematigde” Imam die zegt wat “de mensen” willen horen om gerustgesteld te worden.





Laat ons eens kijken wat Mohammed, de stichter van de Islam dacht over degenen die niet naar het paradijs gaan maar naar de hel:
Bukhari (4.54.464):  heeft volgende Hadith overgeleverd:
De Profeet heeft gezegd, “Ik keek naar het Paradijs en vond dat arme mensen de meerderheid van de bewoners vormden; en ik keek naar de Hel en zag dat de meerderheid van de bewoners vrouwen waren.”

Conclusie: iedereen, mannen en vrouwen worden volgens dezelfde criteria beoordeeld, maar Allah heeft vrouwen gewoon met een slechtere natuur geschapen en dus gaan de meesten van hen naar de hel.

Deze Hadith past niet in het plaatje en Linda zwijgt er dus over. En er zijn honderden Hadith en koranverzen waarover Linda ook wijselijk zwijgt.

Het feit dat Allah mannen en vrouwen op een gelijke manier beoordeelt in verband met hun toegang tot het paradijs of de hel, betekent nog niet dat hij hen in de Koran als gelijken ten opzichte van elkaar behandelt. We wachten na zoveel tekst trouwens nog altijd op het eerste koranvers over hoe mannen en vrouwen tegenover elkaar staan en niet hoe ze tegenover Allah staan!

Linda suggereert hier dat Allah mannen en vrouwen als gelijken behandelt en dat de mensen dit niet zouden doen. Nu heeft Allah in honderden regels zelf bepaald hoe de relatie tussen mannen en vrouwen er uitziet. En in de meeste van deze regels trekt de vrouw aan het kortste eind.

Dat Allah noch vrouwelijk, noch mannelijk zou zijn is natuurlijk totaal irrelevant om te bewijzen dat mannen en vrouwen gelijk zouden zijn aan elkaar.

Maar dan volgt een andere truc uit de islamitische trukendoos: misbruik maken van het feit dat de argeloze lezer geen Arabisch kent. Gelukkig zijn er bij de Beweging van Belgische Ex-moslims mensen die het Arabisch wel machtig zijn.

In het Arabisch zijn alle zelfstandige naamwoorden ofwel mannelijk ofwel vrouwelijk. Onzijdig zoals in het Nederlands (het), het Engels (it) of het Duits (das) bestaat niet. En Allah wordt in de Koran als mannelijk beschouwd zoals Linda zelf heeft geciteerd hierboven en wel in volgend vers:
"Zeg: "Hij is God, als enige. God de bestendige. Hij heeft niet verwekt en is niet verwekt en niet één is aan Hem gelijkwaardig."" (Koran 112:1-4)

3. Aard van de mens

Op spiritueel vlak hebben mannen en vrouwen volgens de Koran dezelfde aard. De één is niet ondergeschikt aan de ander, ze zijn beiden uit dezelfde eenheid ontstaan.
"O mensen, vreest jullie Heer die jullie uit één wezen geschapen heeft, die uit hem zijn echtgenote schiep en die uit hen beiden vele mannen en vrouwen heeft voortgebracht en [over de aarde] verspreid. ... ". (Koran 4:1)

De essentiële verbondenheid van mannen en vrouwen wordt uitgedrukt in volgend vers:

"... zij zijn bekleding voor jullie en jullie zijn bekleding voor haar". (Koran 2:187)






In het Islamitische Scheppingsverhaal wordt Eva, en bij uitbreiding elke vrouw, niet beladen met de schuld voor de zondeval van Adam (de man). Nergens in heel de Koran wordt zelfs maar gesuggereerd dat Eva als eerste van de verboden vrucht zou gegeten hebben en daarna Adam in haar zonde zou meegesleurd hebben. In het Koranisch model hebben zowel Adam als Eva zich laten verleiden door Satan. In het Islamitisch discours is de vrouw dus niet belast met de rol van verleidster tot zonde (Koran 7:19-27).

Het is integendeel zo dat de Koran mannen en vrouwen definieert als elkaars medestanders. Ze helpen elkaar het rechte pad te bewandelen:
"Maar de gelovige mannen en vrouwen zijn elkaars medestanders, zij gebieden het behoorlijke, verbieden het verwerpelijke" (Koran 9:71).

Dit vers bewijst weerom niet dat mannen en vrouwen op hetzelfde niveau staan. Het bewijst ... eigenlijk niets.




Om te bewijzen dat mannen en vrouwen „verbonden“ zijn, heeft Linda een stukje uit een koranvers geknipt. Zij heeft een stuk Koran „uit zijn context gehaald“.

Wie het hele Koranvers leest, zal zien dat het vers handelt over het feit dat men tijdens de Ramadan seksuele betrekkingen mag hebben met zijn echtgenoot/echtgenote na zonsondergang. Dat dit een „essentiële verbondenheid“ vereist is duidelijk. En gedurende het liefdespel zijn man en vrouw een „bekleding“ voor elkaar.

En dan was er ... EVA! En het verder optrekken van het rookgordijn.









En dat gelovige mannen en vrouwen elkaar op het rechte pad moeten houden wijst ook niet op gelijkheid ten opzichte van elkaar, waar het artikel zou moeten over gaan. Het rechte pad is namelijk het volgen van de Islam die stelt dat mannen boven vrouwen uitmunten.

Gelovige mannen en vrouwen zijn elkaars medestanders en krijgen in vers 9:73 (dus 2 verzen verder dan het citaat van Linda) opdracht om tegen de ongelovigen te vechten.

Volgens de Koran betoonden Adam en Eva oprecht berouw voor hun misstap, waarop de Genadevolle God hen vergiffenis schonk (er is in de Islam geen Erfzonde - elk kind wordt puur, zonder zonde geboren). God gaf de mens een nieuwe kans: wanneer ze zich op aarde wel aan de Goddelijke Bepalingen houden, kunnen ze na hun dood terugkeren naar het Paradijs. Dat is nu precies de zin van het leven: het is een test om te zien wie naar het Paradijs kan terugkeren en wie een eeuwigheid in de Hel zal doorbrengen. Het oordeel daarover ligt uitsluitend bij God, en is gebaseerd op de manier waarop de mens zich hier gedraagt en of dat gedrag al dan niet in overeenstemming is met de Goddelijke Bepalingen.

De Koran zet daarbij de deuren van de Hemel open voor iedereen die gelooft in en handelt volgens de Bepalingen van God zoals ze door de respectievelijke Profeten werden verkondigd, ongeacht de naam van het geloof waartoe men behoort:








"Zij die geloven, zij die het Jodendom aanhangen, de Christenen en de Sabiërs die in God en de laatste dag geloven en die deugdelijk handelen, voor hen is hun loon bij de Heer en zij hebben niets te vrezen noch zullen zij bedroefd zijn." (Koran 2:62)

En daar zijn Adam en Eva weer!

Deze paragraaf brengt niets bij over hoe de Islam mannen en vrouwen ten opzichte van ELKAAR ziet.










Wat komen Christenen en Joden plotseling in het verhaal doen? Het islamitische rookgordijn!!

Linda vermeldt hier dat iedereen die in „de bepalingen van God zoals ze door de Profeten werden verkondigd“ gelooft en ernaar handelt naar de hemel gaat. Dus ook Christenen en Joden. Dat laat ze tenminste uitschijnen.

Nu geloven Christenen niet in Mohammed als Profeet en de Joden geloven niet in Jezus en Mohammed als Profeet. De Joden en Christenen van vandaag volgen Mohammed niet. Gaan zij dan naar de Hel??

Door het vermelden van vers 2:62 laat Linda vermoeden dat dit niet het geval is. Maar dit klopt niet. Dat blijkt uit koranvers 3.85: “En wie een andere godsdienst zoekt dan de Islam, het zal van hem niet worden aanvaard en hij zal in het Hiernamaals onder de verliezers zijn.”

Staan er dan fouten of tegen-strijdigheden in de Koran? Natuurlijk niet. Allah maakt geen fouten. Het vers 2.62, door Linda geciteerd, is fout vertaald. Dit vers wordt bijna altijd fout vertaald. In plaats van de verleden tijd, gebruiken vertalers de tegenwoordige tijd. Dit is natuurlijk zeer misleidend maar is een middel om de scherpe kanten van de Islam af te vijlen.

De juiste vertaling luidt als volgt:
"Zij die geloofden (=amanu in het Arabisch, niet ju’minuna=geloven) zij die het Jodendom aanhingen, de Christenen en de Sabiërs die in God en de laatste dag geloofden en die deugdelijk handelden, voor hen is hun loon bij de Heer en zij hebben niets te vrezen noch zullen zij bedroefd zijn." (Koran 2:62)

Het juiste verhaal is dus:

- de Joden die de profeten gevolgd zijn tot aan de “islamitische” profeet Jezus gaan naar de hemel als ze goed geweest zijn. De Joden die na Jezus geleefd hebben en hem niet gevolgd zijn, gaan naar de hel

- de Christenen die alle profeten gevolgd zijn, dus inclusief Jezus en die goed geweest zijn gaan naar de hemel. De Christenen die ten tijde van Mohammed en erna geleefd hebben en hem niet als profeet erkend hebben gaan naar de hel

- de moslims erkennen alle profeten en als zij goed leven gaan ze naar de hemel

Conclusie: Linda heeft aan haar betoog over de gelijkwaardigheid van mannen en vrouwen een totaal irrelevant onderwerp toegevoegd, namelijk dat Joden en Christenen die goed zijn ook naar de hemel gaan. Dit is een klassieke methode om een positieve sfeer rond de Islam te creëren. Haar uitweiding over Joden en Christenen geeft de indruk dat dit over alle Joden en Christenen gaat. Dit is volledig foutief, het gaat enkel over Joden en Christenen die respectievelijk vóór Jezus en Mohammed geleefd hebben.

Einde deel 2